Dynastart
De dynastart is een dynamo en startmotor in één en werd vooral in de jaren '50,'60 en begin jaren 70 toegepast bij kleine scheepsdiesels met weinig vermogen. Omdat de dynastart niet veel kracht geeft als startmotor werd deze alleen op kleine diesels toepast en daarnaast is de laadcapaciteit van de dynastart ook beperkt, de laadcapaciteit en bedraag zo’n 11 ampère. De dynastart werkt met gelijkstroom maar omdat gelijkstroomdynamo's niet erg efficiënt waren en met de komst van de wisselstroom dynamo die kleiner is en veel meer laadvermogen gaf verdween de dynastart.
Werking van de dynastart.
Een dynastart is uitgevoerd met een externe regelaar waarin 3 relais zitten die er voor zorgen dat de dynastart een motor kan startten en een accu kan laden. Van de 3 relais zijn er twee die een gezamenlijke kern hebben, het start relais is een apart relais dat los van het laadsysteem staat. Het eerste rail is een start relais dat verbind zodra het contact slot word omgedraaid of drukknop word ingedrukt om te starten. De plus van de accu met contact 30 op de dynastart wordt dan verbonden. Het tweede relais verbindt de accu door met de dynastart zodra deze genoeg spanning levert en zorgt ervoor dat zolang de laadspanning lager is dan de accu spanning er geen stroom van de accu kan lopen naar de dynastart. Het derde relais regelt de opgewekte spanning. De regelaar heeft dus drie relais waarvan er 2 worden gebruikt om het laden te regelen en de derde relais word gebruikt om te starten en staat los van de andere twee die een gezamenlijke kern hebben. Het enkelvoudig relais contact van de regelrelais verbindt de accu met de dynastart, op het moment dat deze genoeg spanning levert. Het wisselcontact regelt de veldspanning en schakelt tussen massa en plus heen en weer.
Als het contact wordt ingeschakeld gaat er vanaf de + pool van de accu door een lamp op het dashboard een stroom lopen naar de aansluiting D+ op de dynastart via de rotorwikkeling verbonden is met massa gaat de lamp branden. Door het indrukken van de startknop word aansluiting 50 van de regelaar in het startrelais 1 ingeschakeld. Hierdoor loopt er een stroom via aansluiting 30H naar aansluiting 30 van de dynastart. De dynastart werk nu als startmotor en brengt de dieselmotor op gang. Zodra de motor loopt en de startknop wordt los gelaten word de dynastart aangedreven door de motor en gaat laden. Daar waar Df via wisselcontact aan massa ligt en Df in de dynastart via veldwikkeldingen verbonden is met D+ zal er een stroom lopen van de D+ via de veldwikkeling, D+ wisselcontact naar massa. De veldwikkeling wordt nu bekrachtigd en de dynastart zal nu spanning opwekken en de laadlamp op het dashboard zal uit gaan.
De oplopende spanning op aansluitingen D+ van de dynastart veroorzaakt een spanningsverschil tussen aansluiting Df en D+/61 en zal er een toenemende stroom door relais 3 van de regelaar lopen. Relais 2 en 3 hebben een gezamenlijk kern hierdoor zal het toenemende magnetisch veld in de kern ervoor zorgen dat relais 2 geschakeld word. Nu is aansluiting D+ via aansluiting D+/61 van de regelaar en relais 2 en aansluiting B+/30 verbonden met de pluspool van de accu, en zolang de geleverde spanning hoog genoeg is houd relais 2 zichzelf op.
Wordt de opgewekte spanning echter te hoog dan zal relais 3 Df naar D+ schakelen waardoor de veldwikkeling niet meer word bekrachtigt en de opgewekte spanning daalt. Relais 3 zal geleidelijk weer afvallen en de dynastart zal weer spanning opwekken. Dit proces herhaalt zich continue waardoor er een regeling ontstaat de wikkeling van relais 2 heeft nog een andere functie dan alleen het ophouden van het enkelvoudige contact. De wikkeling begrenst de laadstroom naar de accu. Als de stroom door de wikkeling te groot wordt dan zal door het toenemende magnetische veld in de kern het wisselcontact geschakeld worde, hierdoor daalt de opgewekte spanning en zal de laadstroom afnemen.
De verschillende onderdelen van een dynastart.
Op het bovenstaande plaatje kan je de verschillende onderdelen zien die je terug vind bij een dynastart.
Het anker.
Anker.
Het draaiende deel van de dynastart noemen we het anker. Op het anker zijn de lagers geperst en vind je de collector waarop de koolborstels contact maken met daaraan de koperen wikkelingen.
Koolborstels.
In de dynastart zitten 4 koolborstels, 2 positief koolborstels en 2 negatief koolborstels. De koolborstels zijn van een relatief zacht materiaal gemaakt waardoor deze slijten en niet de onvervangbare collector op het anker beschadigt. Het nadeel is wel dat door het slijten van de koolborstels vuil rond de koolborstelbrug ophoopt, dit kan er voor zorgen een koolborstel vast komt te zitten waardoor er geen contact meer word gemaakt met de collector. De koolborstels kunnen ook het contact verliezen met de collector omdat de koolborstels te klein zijn geworden door slijtage. Een veer duwt de koolborstels naar beneden maar dit houdt op als de koolborstel te klein is geworden kan de veer niet meer de koolbostel op de collector drukken.
Koolborstelbrug.
Aansluitingen op de dynastart.
Op de dynastart vindt je 4 aansluitingen:
Klemaansluiting 30 zit aangesloten op 30h contact van de regelaar.
Klemaansluiting D- zit aangesloten op een van de bevestiging bouten van de regelaar
Klemaansluiting DF zit aangesloten op DF van de regelaar.
Klemaansluiting D+ zit aangesloten op D+ van de regelaar.
Vaak vind je ook nog een minkabel van de accu aansloten op de dynastart, deze zit dan aan één van de bevestigsbouten vast maar het is ook goed mogelijk dat de min ergens anders op het blok zit.
Aansluitschema dynastart.
Regelaar.
De regelaar van Bosch is een mechanische regelaar met 3 relais,1 voor het starten en 2 voor het opladen van de accu, de 2 die worden gebruikt voor het laden hebben een gezamenlijke kern. De regelaar wordt nog steeds gemaakt maar is dan elektronisch, dit is vooral voor boten een pluspunt omdat de contacten niet meer kunnen oxideren.
De regelaar heeft de volgende aansluitingen.
Klemaansluiting 30H zit aangesloten op de 30 van de dynastart.
Klemaansluiting B+/30 zit aangesloten op de pluspool van de accu.
Klemaansluiting 50 zit aangesloten op 50 van het contactslot
Klemaansluiting DF zit aangesloten op de DF van de dynastart.
Klemaansluiting D+/60 zit aangesloten op het controlelampje op het dashboard en vanaf het lampje gaat er een draad naar het contactslot op aansluiting 15.
De onderstaande problemen komen bij oude dynastart geregeld voor:
Laadlampje stuk
Gecorrodeerde aansluitingen waardoor de dynastart niet goed werkt.
Versleten koolborstels.
Kortsluiting in de bedrading van de veldwikkeling, dit kan zijn door koolpoeder van de koolborstels en of vergaan isolatie materiaal.
Een defecte laadregelaar. Een defecte laadregelaar zorgt voor een te hoge laadstroom.
V-snaren slippen waardoor de dynastart niet goed werkt.
Onderhoud van de dynastart.
De dynastart heeft geen jaarlijks onderhoud nodig maar er komt een moment dat de dynastart niet meer wil bijladen of als startmotor niet meer werk. Waar het probleem dan ligt is niet altijd makkelijk te achterhalen maar ik hoop met dit stukje een helpende hand te geven bij het zoeken naar de storing. Als eerste gaan we de bedrading nalopen of er een zichtbare breuk of dat een aansluiting los is gegaan. Een slecht contact kan er ook voor zorgen dat de dynastart niet goed werkt. Het is raadzaam om alle contacten die je op en rond de dynastart tegenkomt na te lopen even los te nemen en met fijn schuurpapier schoon te maken vergeet ook niet de laadregelaar die meestal verder weg zit.
De gemiddelde dynastart is al gauw 40 jaar oud en slijtdelen zoals koolborstels en lagers kunnen op den duur versleten raken waardoor de dynastart het niet meer doet, in het hieronder staande stukje beschrijf ik hoe je de koolborstels en lagers kunt vervangen.
Stap 1.
Maak de 2 koolborstel aansluitingen los van de wikkelingen.
Stap 2.
Maakt de achterkant van de dynastart los en neem het deksel weg. Op het deksel zit de koolbostelbrug gemonteerd.
Stap 3.
Maak de voorkant van de dynastart los, ook de 4 schroefjes die dicht bij de as zitten. deze schroefjes zitten aan een vierkante plaat vast die achter het lager zit. Het kan zijn dat deze schroefjes erg vast zitten. Je kan dan de schroefjes laten schrikken door met een platte schroevendraaier en hamer even een paar tikje op de schroefjes te geven, de schroefjes krikken dat los zoals dat heeft.
Stap 4.
Neem het deksel weg en trek het anker uit het huis.
De dynastart onderdelen naast elkaar.
De veldwikkelingen zijn door de jaren een erg smerig geworden door vuil van buiten af maar ook door het slijten van de koolborstels is gruis op de wikkelingen gekomen. Schoonmaken van de wikkelingen is niet echt mogelijk, je maakt vaak meer stuk dan dat het goed doet. Je kan met een zachte tandborstel los zittend vuil weghalen maar wees voorzichtig.
Stap 5 Koolborstel vervangen.
Op foto 15 is goed te zien dat de koolborstels op zijn en er is zelfs een die vast zit in het koolbostelhuis. Koolborstels zitten vast met een schroefje en de veer druk de koolborstel op de collector van het anker.
Koolborstelbrug.
Stap 6.
Haal de koolborstel uit het koolborstelhouder door deze eruit te drukken, let op dat de veer blijft zitten.
Stap 7.
Plaats de nieuwe koolborstels
De koolborstel set kunt u kopen in de webwinkel van deze site.
Stap 8 lagers vervangen.
Als de dynastart uit elkaar ligt is het verstandig om de lagers te controleren of deze nog goed zijn en bij twijfel te vervangen.
Het kleine achter lager bij deze dynastart was versleten, dit was vastgesteld door het lager een slag te geven en te horen of deze knarsend geluid maakt.
Het achter lager kan met een poelietrekker met gemak eraf getrokken worden.
Het voorste lager heeft geen ruimte voor een poelietrekker. Er moet eerst wat ruimte gemaakt worden om de poelietrekker onder het lager te krijgen. Dit heb ik gedaan door 2 lijmklemmen onder de vierkante plaat te leggen en deze op en bankschroef en het huis van de dynastart te laten rusten (zie foto). Vervolgens met een kunststof hamer op de as getikt totdat er genoeg ruimte was om de poelietrekker onder de vierkante/lager plaat te krijgen.
Stap 9 monteren van de lagers.
Zet de anker in een bankschroef met zachte bekken en tik het grote lager met een pijp op de as. De pijp moet een grotere diameter hebben dan de as maar niet groter dan de binnenring van het lager, op deze manier belast je niet de nieuwe lager als je het lager op de as op zijn plek tikt. De kogellager set kunt u kopen in de webwinkel.
Stap 10.
Plaats de beschermkap en afstandring op de as van de poelie kant.
Stap 11.
Plaats het kleine lager aan de koolbostel zijde op het anker. Let op!! In dit geval zat het lager gelijk aan de as en moet je het lager met een stuk platstaf op de as tikken zodat het lager gelijk ligt met de as. Voordat het lager op de as wordt geperst moet wel de beschermkap worden terug geplaatst.
Stap 12.
Nu de lagers en de koolborstels zijn vervangen kan de dynastart weer in elkaar worden gezet. Het in elkaar zetten kan maar op 1 manier. Plaats het anker met lager in het achter deksel / koolbostelhouder. De koolborstels zitten in de weg en moeten één voor één even met een kleine schroevendraaier ingedrukt worden om deze over de collector te schuiven.
Vervolgens word het motorhuis over het anker geschoven.
Het gatenpatroon van het achter deksel is zo gemaakt dat het deksel maar op 1 manier kan worden vastgezet. Dit is gedaan zodat de bevestiging punten van de dynstart die weer over en komen met die van de motor en de koolborstelhouder word weer op de juiste manier aangesloten.
Stap 13.
Het voorste deksel wordt teruggeplaatst op de zelfde manier als het achter deksel, door het gaten patroon past deze ook maar op een manier en staan de bevestigingsoren in lijn. Zet eerst de buitenste bouten vast en als laatste de 4 binnenste. Bij het monteren van het deksel is het wel handig om de vierkante lager plaat een beetje op het oog zo te plaatsen dat de schroefjes er gemakkelijk in kunnen worden gedraaid.
De dynastart is klaar om te worden teruggeplaatst.
We hebben een start circuit met een startrelais 1, en daar volkomen gescheiden van een laad circuit met een spanningsregelaar dat door een relais met een gezamenlijke kern word bediend.
In de dynestart zitten 4 polen waarvan er 2 tegenover elkaar met dikke draad zijn gewonden, deze 2 wikkelingen staan in serie en ook via hun eigen borstels in serie met het anker naar massa.
Zetten we via het start relais stoom op deze wikkeling dan gaat de seriemotor dus draaien.
De andere 2 wikkelingen zijn gewonden met dunner draad staan ook in serie maar nu met zijde met zijn eigen borstel parallel aan het anker naar massa.
De andere kant van deze wikkeling is de F (field).
De hiervan tegenover liggende borstel op het anker is de D+.(61), deze gaat samen met de F naar de regelaar.
Het controle lampje is aangesloten op het contactslot (15) de andere zijde op de D+ van de regelaar.
In rust staat de regelaar D+ doorverbonden aan F, hierdoor ligt het lampje via deze veldwikkeling aan massa en brand dus.
Gaat het anker draaien, dan is het stroompje van het lampje door het veld voldoende om de dynamo op gang te helpen, en komt er dus spanning op D+, en met aan beide kanten plus op het lampje gaat dit dus uit !
Is de spanning op D+ hoger als de accu spanning aan gesloten op de regelaar als B+ dan zal een relais in de regelaar sluiten en de D+ dus doorverbinden aan de B+.
Een tweede regel relais in de regelaar ook gevoed vanaf de D+ regelt de spanning op F en daarmee de uitgaande spanning van de dynastart.