Wat verstaat men onder kleppenstellen.


Onder kleppenstellen verstaat men het afstellen van de speling tussen de kleppen en het bedieningsmechanisme (oftewel de nokkenas/tuimelaars).

Waarom moet men de klepspeling afstellen.
De kleppen en alle onderdelen van het bedieningsmechanisme zetten uit zodra de motor op bedrijfstemperatuur komt. Er worden voor de kleppen en het mechanisme verschillende soorten materialen en materiaal samenstellingen gebruikt. Hierdoor is het niet te bepalen hoe en waar de uitzetting zal plaatsvinden.

De kleppen moeten onder alle omstandigheden functioneren, dus is er een zekere klepspeling ingesteld om deze werking te garanderen.

Een andere reden voor klepspeling is slijtage. Door het krachtig sluiten van de klep door de klepveer zal de klep in de loop de tijd inslaan op zijn zitting. Hierdoor zal de klepspeling verminderen. Het is verstandig om regelmatig de klepspeling te controleren en indien nodig af te stellen.


Wat gebeurt er als de klepspeling te klein is.
Als de klepspeling te klein is kan de klep open blijven staan waardoor er compressieverlies optreedt. Dit heeft als gevolg een slecht lopende motor, hoger brandstofverbruik en door de overmatige belasting kan de levensduur van de motor nadelig worden beïnvloed. Dit gebeurt wanneer je dus je speling bij het stellen te krap afstelt.


Wat gebeurt er als de klepspeling te groot is.
Als de klepspeling te groot is dan opent de klep niet lang genoeg en niet ver genoeg om een goede cilindervulling te realiseren. Dit heeft als gevolg een lagere compressie, onvolledige verbranding, hoge piektemperaturen en weinig motorvermogen. Door de overmatige belasting kan de levensduur van de motor nadelig worden beïnvloed. Bovendien zullen de kleppen ook duidelijk meer lawaai maken: klapperende kleppen dus.


Wat is een verbrande klep.
Een (uitlaat) klep is een heel klein onderdeeltje, waarlangs heel hete gassen stromen. De enige koeling die hij heeft is via de dunne klepsteel en op het moment dat hij dicht is via de zitting (dit is dus in de cilinder en van buitenaf niet te zien). Is de klepspeling nu te klein dan is de klep korter dicht en kan hij dus minder warmte afgeven en dus minder koelen. In het gunstigste geval lijdt dit tot sneller slijten van je kleppen. Met een beetje pech verbrandt je klep hierdoor. Hierdoor ontstaat er lekkage langs de klep (en dus vermogensverlies) en moet hij dus worden vervangen. Dat is dus een revisie waarbij de motor uit elkaar moet.



Dieselmotoren & Benzinemotoren.
De kleppen van een dieselmotor moet doorgaans vaker worden gecontroleerd en gesteld worden dan kleppen van een benzinemotor.

 

Wanneer moeten de kleppen gesteld worden.

Het is het beste om bij een dieselmotor zeker eens per jaar de klepspeling te controleren en indien nodig deze af te stellen. Dit garandeert een lang storingsvrije levensduur van de motor en een economisch brandstofverbruik. Bij zeilboten waar de motor relatief weinig draaiuren maatk kan je ook om de 2 jaar controleren. Kijk ook voor het stel interval in de handleiding van je motor.

 

Wat heb je nodig en wat kost me dat.
Ratel met verlengstuk (een goede doppenset is basisuitrusting!) schroevendraaier en een setje voelermaatjes (bij o.a. Dieseldokter.nl te koop).

Hoe weet je nu of de kleppen goed afgesteld zijn.
De echte kenner zal het wel kunnen horen, maar of ze goed gesteld zijn weet je eigenlijk alleen maar door de klepspeling te controleren.

 

Gereedschap.

Je heb voor het stellen van de kleppen een goed passende steeksleutel, schroevendraaier en een voelermaat met diverse bladen van verschillende diktes om de klepspeling te meten. Een set voelermaten kan je in de webwinkel van deze site kopen.

 

Maatvoering.
De klepspeling moet afgesteld worden bij koude of warme motor door middel van een voelermaatje. Gemiddeld is de maat voor inlaat 0,15 mm, uitlaat 0,25 mm bij een dieselmotor.

Kijk voor de juiste kleppenspeling van jouw motor is in handleiding van je motor, daar staat ook in of de kleppen warm of koud dienen te worden gesteld.


Wat is de in en wat is de uitlaatklep?

In de handleiding van de motor staat meestal een diagram waarvan je kan aflezen welke klep de inlaatklep is welke de uitlaatklep is, mocht je die niet hebben kan je het luchtfilter weg nemen en in het luchtaanvoerkanaal kijken, dan zie je meestal wel waar de eerste inlaatklep zit in de kop van de motor.


Schoonmaken.

Indien de motor (kleppendeksel, verstuivers etc) ernstig vervuild zijn, is het aan te raden het zaakje voor demontage grondig te reinigen met een kwast met petroleum of diesel.
Je hoeft natuurlijk niet helemaal schoon te maken maar je hebt liever niet dat er vuil in het blok valt bij het demonteren van het kleppendeksel.


Demontage.
Het kleppendeksel moet worden verwijderd en misschien ook wel het luchtfilter, zorg dat je alles netjes weglegt en weer met de zelfde bouten en moeren vastzet. Het kleppendekselpakking kan van rubber zijn en is dan te hergebruiken mits deze niet is geschuurd.

 

Kleppen stellen.
Om de nokkenas te laten draaien, zodat je de klepspeling kunt meten bij alle inlaatkleppen en uitlaatkleppen, moet je nu de motor in beweging krijgen.

Op een motor zit meestal op de krukas een grote moer waar je een dop op kan zetten om de krukas/nokkenas te verdraaien. Bij oudere motoren zit vaak het vliegwiel aan de voorkant van de motor, dan kan je met de hand het vliegwiel verdraaien om de kleptuimelaars te laten bewegen.

Heb je geen zichtbaar vliegwiel op de motor dan kan je een ratel met dop op de moer zetten van de poelie van de dynamo om de motor rond te tornen waardoor de kleptuimelaars op en neer gaan.

Slipt het door op de V-snaren? Door licht te drukken op de V snaren, zet je wat meer druk en gaat het zaakje gemakkelijk rond.
LET OP: Zorg wel dat je de juiste draairichting opgaat (start de motor en je weet welke kant de goede is), anders draai je het zaakje kapot. Zet met een zwarte marker een pijl op het vliegwiel of poelie. Dan weet je het voor de volgende keer!
 

Volgens de regels stellen.

Bij een ééncilinder motor kan een cilinder de ene klep gesteld worden wanneer de andere volledig is ingedrukt, deze methode kan ook toegepast worden bij meer cilinders maar kost meer tijd.

Bij een 2 cilinder is het ook eenvoudig.
Draai de krukas in de draairichting van de motor totdat van 1 cilinder beide kleppen iets tuimelen.
(dat is als de uitlaatklep op het eind van de uitlaatslag aan het sluiten is)
Ter controle of de krukken 180 graden t.o.v. elkaar staan moeten de kleppen van de andere cilinder na exact 1 omwenteling hetzelfde doen.
Als dat klopt kan je van de cilinder waarvan de kleppen niet op tuimelen staan (de andere dus wel!) de klepspeling meten en eventueel stellen.
Dat herhaal je na 1 omwenteling om de andere cilinder te meten/stellen.

 

Bij 4 of meer kan je de ontstekingen volgorde aanhouden. (1-3-4-2 voor een 4-cilinder en 1-5-3-6-4-2 voor een 6-cilinder)
Zet cilinder 1 (de cilinder het verst van de keerkopping) "op tuimelen", dus met beide nokken van de nokkenas naar beneden (bij de motoren met 1 nokkenas).
De uitlaatklep is dan bijna gesloten en de inlaatklep gaat bijna open. Meet de speling tussen de nokkenas en de tuimelaar.

Bij de 4-cilinder motor kun je nu ook de kleppen van de 4e cilinder stellen en bij een 6-cilinder motor de 6e cilinder. Je kunt dus 2 spelingen tegelijkertijd meten. Met 12 in en uitlaatkleppen betekent dat dus 6 maal verdraaien. Je werkt zo de gehele ontstekingsvolgorde af.

Het kleppenstellen zelf doe je door de stelbout te verdraaien boven op de klep/onder de tuimelaar m.b.v. de klepstelsleutel en een ratel of schroevendraaier en steeksleutel
Linksom is meer speling en rechtsom is minder speling.
 

Niet volgens de regels stellen.
Alle boeken zeggen: Houd de ontstekingsvolgorde aan om de kleppen te stellen (1-3-4-2 voor een 4-cilinder en 1-5-3-6-4-2 voor een 6-cilinder). Eerlijk gezegd werkt het ook prima om alles af te werken in de volgorde dat het zich aan je aandient. Als je er maar wel voor zorgt dat alle kleppen aan de beurt komen. Schrijf dus op wat je gedaan hebt.

 

Kleppenstellen: De Praktijk.

Stap 1.

Eerste cilinder stellen/controleren

Verdraai de krukas, eventueel met behulp van een sleutel op de grote moer van de krukas. Let ondertussen op het bewegen van de tuimelaars. Wanneer een van de kleppen volledig is ingedrukt kan je de ander stellen.

 

Stap 2.

Draai de borgmoer los op de tuimelaar waarvan de speling moet worden gecontroleerd en draai de stelbout één a twee slagen omhoog.

 

Stap 3.

Kies de voelermaat met de waarde van de speling die voorgeschreven is in de motorhandboek en steek die tussen de klepsteel en de tuimelaar. Beweeg de voelermaat voorzichtig terwijl je de stelbout aandraait, totdat je voelt dat de voelermaat wordt ingerukt tussen de klepsteel en de tuimelaar.

Stap 4.

Houd nu de stelschroef met een schroevendraaier vast terwijl je de borgmoer weer aandraait. Wanneer deze goed vast zit beweeg je de voelermaat. Deze moet met enige wrijving heen en weer bewogen kunnen worden zonder echt vastgeklemd te worden.

Stap 5.

Herhaal dit voor elke klep en controleer na het stellen nog eens de speling van de kleppen met een voelermaat, dit om er zeker van te zijn dat je het goed heb gedaan.


Montage.
Maak de rand waarop het kleppendeksel op rust vet en vuilvrij met een schone doek en monteer het kleppendeksel, waarbij je goed moet controleren dat de rubberen pakking goed zit en aansluit. Haal de bouten van het deksel niet te vast aan, want dan loop je kans dat het deksel verbuigt/bol gaat staan (een redelijk veel voorkomende kwaal).

Laat de motor testdraaien en controleer of de kleppendekselpakking goed aansluit en er geen olie langs het blok lekt. Dus sta klaar om de motor uit te schakelen.



Mogelijke problemen en oplossingen.

1. De kleppendeksel pakking is niet goed meer: Koop een nieuwe pakking. Gebruik geen vloeibare pakking, stukjes kunnen loslaten en het grof oliefilter in de motor doen verstoppen.

2. Er lekt olie langs de pakking: controleer of de pakking goed zit en of deze niet is beschadigd

3. De pakking zit goed, maar er lekt nog steeds olie: Is het kleppendeksel niet TE STRAK aangedraaid? Hierdoor ontstaat vervorming van het deksel.

4. Ik heb zeer hardnekkig vastzittende stelschroeven: Bij zeer vastzittende stelschroef slipt de steeksleutel op de bouten. Oplossing is: demonteer de tuimelaar, haal de veer er af en duw de klep iets naar beneden. Dan met een ringsleutel (die er dan wel overheen past omdat de tuimelaar uit de weg is) alles weer gangbaar maken door enkele keren heen en weer te draaien. Daarna alles weer in elkaar zetten en de klep met steeksleutel stellen.

5. De klepstelschroef laat zich niet verder stellen: Er is inmiddels teveel slijtage op de betreffende klep. Raadpleeg een expert inzake een revisie of leer leven met een hoger verbruik en klepperende kleppen.


6. Mijn motor liep voorheen prima, maar nu ineens zeer onregelmatig/slecht: Je hebt per ongeluk 2 bougie kabels omgewisseld of kapot getrokken (benzinemotor), een vacuümslang losgetrokken, een draadje losgetrokken of iets anders verkeerd gedaan, teruggezet of losgemaakt etc. etc.
Goed gestelde kleppen resulteren absoluut niet in een slechtlopende motor. Controleer alles nogmaals.

 

 

 

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe tips, artikelen of geplaatste beschrijvingen over hoe u een klus kunt uitvoeren! Dan kunt u zich inschrijven voor onze nieuwsbrief.
Aanmelden
© 2017 - 2024 dedieseldokter.nl | sitemap | rss